Russc‘11 vinden haar
ontwerpen maar reemd en denken dat ze gek is. Of in het Westen haar roem ook
blijft steken bij een selecte grot p artistieke fans, moet blijken uit haar
eerste overzeese bezoek, afgelo pen week („Ik droomde er al den jaar
van.”). Speciaal voor haar Nederland-trip onuvierp de Russische updc-ontw crpster Katya Filippova (30)
een collectie die in Den Haag werd geshowd tijdens de
European Festivities, waar liet bevorderen van de zakelijke contacten tussen Oost en West als
hoofdonderwerp stond genoteerd.
Filippova gmbruikt
dc — oude — Russische cultuur als bron voor haar vondsten: de Europese mode
ziet ze slechts yen enkele keer in een tijdschrift en ’liet volk in dc straat’
blijkt ook niet echt stimulerend , Jonge mensen dromen alleen van Amerikaanse
jeans waar ze op de zwarte markt walgelijk veel geld voor neertellen en volw
assenen zijn niet in mode geпnteresseerd; hun prioriteit gaat uit naar voed-
Nee, dan is de tsarentijd
inspirerender. Met een admiraal als grootvader is Katya van kindsbeen af omringd
geweest door „niet belachelijk veel goutl behangen" uniformen van het
tsarenleger en het tsarenwapen, de dubbele adelaarskop, dat ze laat herleven
in dessins en grote metalen gespen. „Ik gebruik alle traditionele kenmerken
van dit; tijd, omdat na de grote Oktoberrevolutie niets moois meer is gemaakt.”
Toch
doen ook hamer en sikkel dienst als bustehouder in een rood minijurkje en staat
een Lenin-por- tret voor op een hemd. De orthodoxe kleding uit de noordelijke
republieken krijgt een provocatief ’tintje’: van de strenge kokoshnik’, de
randloze hoge hoed, maakt ze een avantgardistische hoofddeksel, zwaar behangen
niet edelstenen en gouden kettingen. Filippova showt haar modellen, die soms doen
denken aan een mengeling van jaren ’60 hippies en de jaren ’S0 Madonna, op de
orthodoxe kerkmuziek van Rachmaninov; ze wil alles graag in stijl houden.
Aan de stoffen stelt ze hoge eisen: ze moeten van Russische komaf zijn en
gemaakt van natuurlijke materialen als /. 'He, wol, linnen en katoen.
Eenvoudig, dus struint Filippova uren rond in allerlei kleine en tweede hands-w i
keltjes. De felgekleurde Oriлntaalse doeken haalt ze uit het verre Oezbekistan
en daarna is ze weken ~>t maanden zoet met verven, beschilderen, naaien en
opwerken van stenen, kralen en pareltjes, die uit de b
ote rivieren worden opgedoken. De werkwijze maakt een produktie van twee
collecties per jaar. zoals «>, Hat gewend zijn, onmogelijk: ze is soms een
maand met ййn stuk bezig. Dat maakt haar kleding helaas slee'’ts toegankelijk
voor de welgestelde happy
few onder ons.
|